De huizenprijzen zijn de afgelopen jaren aanzienlijk snel gestegen, sneller dan de inkomens. Volgens cijfers van De Nederlandse Bank (DNB) leidt dit er toe dat huizenkopers in verhouding tot hun inkomen steeds meer lenen.
De huizenprijzen zijn de afgelopen drie jaren gemiddeld bijna acht procent per jaar gestegen. De inkomens zijn niet in hetzelfde tempo mee gestegen. Het gat tussen de huizenprijzen en het inkomen wordt daarmee in verhouding steeds groter.
Risico op de huizenmarkt
Huizenkopers lenen ook steeds risicovoller. Zij lenen namelijk meer ten opzichte van hun inkomen en kopen vaker woningen boven de vraagprijs. Hiermee vergroten zij de kans dat de woning, bij een daling in de huizenprijzen, onder water komt te staan (de woning wordt minder waard dan de hoogte van de hypotheek).
Banken realiseren zich volgens DNB niet goed welke risico’s hun hypothecaire leningen met zich meebrengen. Dit komt doordat ze in het verleden slechts lage verliezen hebben geleden.
Daarnaast zijn de huizenprijzen de afgelopen jaren met gemiddeld 8% per jaar gestegen. Dit betekent dat de woningen met een bestaande hypotheek alleen maar meer waard zijn geworden. Oftewel; er zou sprake zijn van overwaardering.
Banken moeten meer kapitaal aanhouden voor hypothecaire leningportefeuilles
Nu is overwaardering geen probleem, maar de keerzijde kan desastreuze gevolgen hebben. Wanneer mensen in het huidige klimaat een (dure) woning kopen, hebben ze een probleem wanneer de huizenprijzen plotseling weer gaan dalen (huizenprijscorrectie).
Opeens is de waarde van hun huis een stuk lager dan de waarde van hun hypotheek: hun huis staat onder water. Bij eventuele verkoop van de woning betekent dit dat zij met een restschuld blijven zitten.
Aan het begin van de economische crisis (2008) hebben we gezien dat een dergelijke huizenprijscorrectie grote gevolgen heeft voor huishoudens én banken. Om te voorkomen dat dit weer gebeurt grijpt DNB in.
Spaarpot
Daarom wil DNB dat banken het zekere voor het onzekere nemen en meer kapitaal aanhouden voor de hypotheken die zij verstrekken. Dit wil zeggen dat ze een spaarpot achter de hand hebben waarmee zij de financiële gevolgen van een eventuele huizenprijscorrectie kunnen opvangen. Volgens schattingen van DNB neemt de hoeveelheid kapitaal die banken in totaal samen moeten aanhouden met bijna 3 miljard euro toe.
Op deze manier versterken banken hun positie bij een eventuele huizenprijscorrectie. Zo wil DNB voorkomen dat banken in de financiële problemen komen wanneer de huizenprijzen flink dalen, meer woningen onder water komen te staan en woningen gedwongen verkocht moeten worden. Een sterke positie van de banken is essentieel voor de financiële stabiliteit van het land.
Gevolgen voor huizenkopers
De totale spaarpot van 3 miljard waar DNB over spreekt, moet worden gebruikt om de financiële stabiliteit van banken in een periode van economisch zwaar weer te waarborgen. Dit bedrag biedt dus geen bescherming voor huizeneigenaren; zij blijven zelf verantwoordelijk voor een eventuele restschuld.
Verder verwacht de DNB dat de beslissing weinig tot geen gevolgen heeft voor huizenkopers. In een persbericht stellen zij dat de gevolgen voor huizenkopers zeer beperkt zullen blijven. Wel verwachten zij dat rente met 0,02% zal stijgen.